Een mens is gewoon nooit af. Je leven is nooit af. Je sterft zoals je dan bent. Zo zie ik dit althans. Een heel leven wijden aan vervolmaking van jezelf voelt voor mij dus zinloos.
Ooit las ik ergens dat je als peuter al begint om jezelf te plamuren met laagjes gedrag die afwijzing door anderen moeten voorkomen. Ergens halverwege mijn leven ben ik begonnen die lagen plamuur er weer af te beitelen. In een poging mijzelf weer te “normaliseren” tot mijn essentie. Een poging om mijn pure kern weer bloot te leggen.
Misschien is dat wel het doel van een mensenleven: de wederblootlegging van jezelf. Een mens komt naakt ter wereld en moet die ook weer naakt verlaten. Niet af, maar naakt.
“Normaliseren” geeft de illusie dat men ooit normaal is geweest, en dat normale is naar mijn inzicht je aanpassen bij anderen en juist niet jezelf zijn want we hebben toch zoveel kanten dat we ons als kameleon makkelijker handhaven, maar we zijn wel al die kleuren. Dat is mijn kijk.
Ik denk dat we bijna hetzelfde bedoelen. Normaliseren staat bewust tussen aanhalingstekens. Ik denk dat iedereen zijn eigen normaal heeft.