natuur

NZP

De zeespiegel gaat rijzen, dus gaat het gemiddelde niveau van de Noordzee omhoog. Het Normaal Amsterdams Peil is op dat gemiddelde geijkt, dus zou je denken dat het met de zeespiegel mee omhoog zou moeten rijzen. Het gevolg is dan natuurlijk wel dat de toch al zo lage landen nóg lager worden. Vandaag bezwoer iemand me dat een groot deel van Nederland in circa 2125 door de Noordzee zal zijn opgeslokt, wat me tot doemdenken stemde.

Pin me niet vast op details, maar het waddengebied raken we sowieso in zijn geheel kwijt. Onze hele westkust verschuift een grove 100 kilometer naar het Oosten, dus de hele Randstad ligt in de gevarenzone. Er volgt dan ook geheid een massale trek naar het Oosten. Investeer maar alvast in vastgoed op hoge grond (minstens 50 meter boven NAP), want het wordt goud waard. Van het NAP zal niemand meer spreken. Zwolle ligt als het meezit dan aan zee, dus…

Syrphus ribesii

Tijdens mijn blokje om, gisterochtend, ving dit beestje mijn aandacht. Ze zat daar een beetje mooi te wezen. Ik zag er een perfect plaatje in. Zie haar nou toch eens mooi afsteken tegen die wazige achtergrond. Dit prachtige zweefvliegje wist dat haar schoonheid hierdoor het beste uitkwam. Ze bleef ook mooi stilzitten terwijl ik het lensje van mijn telefoon, die ik in standje “macro” had gezet, tot op enkele centimeters afstand van haar bracht. Na vier kiekjes zoemde ze er toch wel vandoor, maar haar vereeuwiging was al een feit.

Een slimme app op mijn telefoon wist mijn vereeuwigde vliegje met 61% zekerheid te identificeren als een syrphus ribesii. Een bessenbandzweefvlieg, in gewoon Nederlands. Dat neem ik voor nu dan maar even voor waar aan. Ik ben geen insectenkenner. Ik herken slechts schoonheid wanneer ik het waarneem. Desalniettemin heb ik mijn waarneming met alle stelligheid van de wereld toegevoegd aan waarneming.nl. Dat was toch wel het minste wat ik kon doen als tegenprestatie voor haar schitterende verschijning.

Ruimdenker

In mijn hoofd draaien veel gedachten om elkaar heen. Dat is voor mij normaal. Ik denk heel veel en heel breed. En ik denk holistisch. Uiteindelijk komen gedachten die eerst heel ver uit elkaar leken te liggen, toch bij elkaar. Daar kunnen weken, maanden overheen gaan. Ik ben ruimdenker. Letterlijk. Dus ga ik veel naar buiten, de natuur in. De weidsheid van de weilanden geven mijn gedachten de volle ruimte die ze nodig hebben. Bomen lijken mijn gedachten haast wel te absorberen. Het is alsof ze meedenken. Nee, het is alsof ze mijn gedachten overeind helpen te houden. Ik gebruik hun takken om gedachten aan op te hangen.

De laatste tijd denk ik veel na over mijn vaderschap. Daar rijzen steeds die irrationele twijfels. Mijn jongste zoon (bijna 13) heeft een veel te hoog IQ. Scholen weten daarmee geen raad. Het ventje worstelt met zijn identiteit omdat hij klaarblijkelijk niet past in het model dat de school voorstaat. Een kind moet passen in het systeem in plaats van andersom. Passend onderwijs is een wassen neus, kan ik je zeggen. Mijn jongen kan zich niet aanpassen aan de schoolnorm. Hij kan daar niets aan doen. Het is echt geen dwarsheid, ook al lijkt dat wel zo. Zijn brein krijgt onvoldoende uitdaging en dat leidt tot frustratie. Een te hoog IQ gaat gepaard met een na ijlende emotionele intelligentie, dus die frustratie uit hij niet als een 13-jarige, maar als een veel jonger iemand. Dat zet hem dus nog verder apart. Het doet mij letterlijk pijn om mijn zoon te moeten zien worstelen met zijn identiteit. En ik voel me eigenlijk steeds machtelozer.

Over hoogbegaafdheid heb ik intussen veel gelezen. Ik snap de theorie, maar ik kan me niet verplaatsen in een hoogbegaafde. Ik kan me niet voorstellen hoe het is om een te hoog IQ te hebben. Die “te” is natuurlijk onzin. Die van mij schommelt trouwens tussen de 100 en de 120, wat af hangt van de hoeveelheid daglicht op een dag. Ik ben hooguit hoogbevaagd. Dus ik voel mij als vader van een hoogbegaafde best onzeker. Hij kan me ook af en toe ook best onnozel laten voelen met zijn niet persoonlijk bedoelde sarcastische, intelligente opmerkingen. In mijn hoofd heb ik maar een mantra aan staan: “Blijf zacht, blijf geduldig. Ben er maar gewoon voor hem, want hij heeft je echt nodig”. Niet altijd makkelijk. Hij kan mijn wervelgedachten als geen ander laten opvlammen tot een orkaan zodat ik zomaar van mijn stoel op spring en naar buiten vlieg. Hoge denknood.

Lief

Hoe zou een bloemknop zich voelen, nu de lente zo dichtbij is? Zou het verlangen naar warmte? Zou het verlangen naar de sprong in de volle bloei? Zou het smachten naar het zoemen van de bijen? Zou de sapstroom op hol slaan bij de gedachte daaraan? Ik zie die knoppen als ik buiten wandel en voel me er vreemd genoeg mee verbonden. Alhoewel, vreemd? Gezien de stand van mijn gemoed is het eerder vanzelfsprekend. Een intens gevoel van geluk bruist in me. Ze is zo waanzinnig lief.

Ecostress

Neem ik een echte of een kunstkerstboom? Stap ik ook over op palmolievrije margarine? Ruil ik mijn ouwe, trouwe diesel in? Misschien zou ik een elektrische bakfiets moeten nemen en daar de boodschappen mee doen. En misschien moest ik in het vervolg maar met het OV op en neer naar kantoor gaan. Ik denk namelijk niet dat de kantoorvijfdaagse weer terug komt. Maar ja, zonder auto kan ik momenteel ook niet. Ik ben de chauffeur van mijn kinderen. Ik woon ook best in een uithoek. Misschien moet ik dan maar verhuizen. Dichterbij de kinderen? Of juist dichterbij kantoor? Die kinderen vliegen ook zowat uit, dus die verhuizing kan wachten. Mijn uithoekje bevalt ook zo goed. Mijn gedachten hebben hier de ruimte. Maar denken gaat ook over in gepeins. Over bijvoorbeeld een kippenhokje met een handjevol hennetjes. Altijd verse scharreleieren. Moet daar ook een haantje bij? Hoe zit dat eigenlijk? Moet ik dat ook weer uitzoeken. Wat een gedoe, maar wie ecovriendelijk wil leven moet wat. Ik heb al wel een wormenhotel waarin mijn eigen compostwormen mijn GFT opvreten. Maar overleven ze de winter wel? Moet ik het hotel misschien beter isoleren? Kan ik daar subsidie voor krijgen? De tegels in mijn tuin slaan al wel groen uit. Dus ik doe daar iets goed zonder dat ik weet hoe. Ze zijn alleen wel spekglad. Vanmiddag maakte ik al een mooie glijer. Dus ik moet er iets aan doen. Vroeger zou ik de hogedrukreiniger nemen, maar daar maak je geen ecovrienden mee vrees ik. Zo’n ding heb ik ook niet meer. Die staat nog bij mijn ex. Hoe lang duurt die black-friday-gekte nog? Ik zou er eentje met hoge korting kunnen kopen. Het is nu of nooit. Hoge koopdruk. Ach, wat moet ik met zo’n lawaaierig apparaat. Het is consuminderen of uitglijden dus. Die tegels kunnen er misschien ook wel uit. De tuin mag sowieso een stuk rommeliger. Dat is beter voor de biodiversiteit. Ik wil ook egeltjes uitnodigen dus ik laat de bladeren heerlijk liggen. Maar helaas, mijn tuin is een schuttingvesting. Dat geldt voor de hele rij tuinen in mijn straat. Er moet eigenlijk een egelsnelweg komen. Gaten in die schuttingen dus. Maar dan moeten mijn potentiële kippen daar niet door kunnen ontsnappen. Weer iets om te overpeinzen. Ja, dat is wat het is: ik overpeins. Die verrekte ecostress ook.

Zonnestraal

Ze breekt door het grijze wolkendek.
Zonnestraal.

Oogverblindende schittering.
Zonnestraal.

Mistflarden verdwijnen als sneeuw.
Zonnestraal.

Wat ze aanraakt, verandert in goud.
Zonnestraal.

De espresso smaakte nog nooit zo vol.
Zonnestraal.

Dansende vliegjes zijn ineens ook mooi.
Zonnestraal.

Ik doe mijn ogen dicht en geniet van haar.
Zonnestraal.

De Opticynist

Het leven is mooi. Laat ik dat alvast voorop stellen. Altijd de optimist natuurlijk. Waarschijnlijk is het kenmerkend voor de fase waarin ik mij momenteel bevind, dat sterker waarderen van het leven. Het is een soort bezwering eigenlijk. In deze tweede helft van mijn bestaan zal ik verdomme meer van het leven genieten, zowaar ik Mark heet. Niets zal mij daarvan natuurlijk ook kunnen weerhouden. Het leven zal mooi gevonden worden als is het het laatste wat ik doe! Mij krijg je er sowieso niet onder. Mijn natuur is te weerbarstig. Dus geef ik aan alles met mijn grootste overtuiging de positiefste draaien. Zo van: die permanente, wazige vlekken in mijn blikveld maken de zonsondergang voor mij natuurlijk een uniek, psychedelisch spectakel! Opticynisme. Een zegen.