normaal

NZP

De zeespiegel gaat rijzen, dus gaat het gemiddelde niveau van de Noordzee omhoog. Het Normaal Amsterdams Peil is op dat gemiddelde geijkt, dus zou je denken dat het met de zeespiegel mee omhoog zou moeten rijzen. Het gevolg is dan natuurlijk wel dat de toch al zo lage landen nóg lager worden. Vandaag bezwoer iemand me dat een groot deel van Nederland in circa 2125 door de Noordzee zal zijn opgeslokt, wat me tot doemdenken stemde.

Pin me niet vast op details, maar het waddengebied raken we sowieso in zijn geheel kwijt. Onze hele westkust verschuift een grove 100 kilometer naar het Oosten, dus de hele Randstad ligt in de gevarenzone. Er volgt dan ook geheid een massale trek naar het Oosten. Investeer maar alvast in vastgoed op hoge grond (minstens 50 meter boven NAP), want het wordt goud waard. Van het NAP zal niemand meer spreken. Zwolle ligt als het meezit dan aan zee, dus…

Substantie

Hoe vast is mijn vorm eigenlijk? Hoe los of vast zou mijn vorm moeten zijn? Het zijn vragen die de laatste tijd vaak door mijn hoofd gaan. De achterliggende gedachte is dat ik graag trouw wil blijven aan mezelf, maar dat ik dit tegelijkertijd ook mijn geliefde toewens. We praten er ook vaak over met elkaar. We vinden allebei dat het belangrijk is om niet te vervormen voor de ander. We willen elkaar graag laten zoals we zijn, maar kan dat eigenlijk wel? Hoort een beetje van jezelf opofferen voor de ander ook niet gewoon bij een liefdesrelatie? Een beetje dus, niet alles. Het gaat toch om het vinden van een evenwicht en het respecteren van elkaars grenzen?

Ik denk dus dat je vorm wordt bepaald door je grenzen en de krachten die daarop worden uitgeoefend. En misschien is het woordje “vorm” ook wel teveel bepalend in de perceptie van de vastheid ervan. Bij “vorm” denk ik teveel aan een bepaalde mate van consistentie. Een vloeistof wordt flesvormig door de fles. Te vloeibaar zijn maakt dat je te snel de vorm aanneemt van datgene dat je inperkt. Terug naar de mate van consistentie van je “vorm”: die is niet homogeen. Ik ben gedeeltelijk als een vloeistof, en gedeeltelijk als de fles.

Liefde gaat dan eigenlijk over toelaten dat je in elkaar over gaat. Toelaten dat je een beetje vervormt. Je er bewust van zijn dat de ander ook een beetje jouw vorm zal gaan aannemen. En daartegen hoef je niet per se te verzetten. Dat is gewoon ook niet zwart-wit. Je biedt een bepaalde mate van weerstand tegen vervorming of je geeft een bepaalde mate van vertrouwen in de vorm van de ander zodat je je daaraan in een bepaalde mate kunt overgeven. Liefde gaat over balanceren tussen vorm geven en vorm aannemen. Tussen kracht en overgave. Tussen het zijn van de rots of het zijn van de branding. Je vorm is vast en los. Vorm deugt wat mij betreft dus niet als term. De vorm is ook niet de essentie. Er is een woord dat beter past: substantie.

Niet af, maar naakt

Een mens is gewoon nooit af. Je leven is nooit af. Je sterft zoals je dan bent. Zo zie ik dit althans. Een heel leven wijden aan vervolmaking van jezelf voelt voor mij dus zinloos.

Ooit las ik ergens dat je als peuter al begint om jezelf te plamuren met laagjes gedrag die afwijzing door anderen moeten voorkomen. Ergens halverwege mijn leven ben ik begonnen die lagen plamuur er weer af te beitelen. In een poging mijzelf weer te “normaliseren” tot mijn essentie. Een poging om mijn pure kern weer bloot te leggen.

Misschien is dat wel het doel van een mensenleven: de wederblootlegging van jezelf. Een mens komt naakt ter wereld en moet die ook weer naakt verlaten. Niet af, maar naakt.

Afgrond

De verwarring zit ‘m daarin dat ik niet meer weet waar ik precies eindig. En ook mijn begin is een waas. Begin en einde lijken wel in elkaar over te lopen. Ik lijk namelijk steeds maar weer terug bij af te moeten komen. Zo heb je een horizon met eindeloze nieuwe mogelijkheden, en zo sta je ineens bij de afgrond.

Zo treffend hoe dat woord past: “afgrond”. Er zit mooie speling in dit woord. Zie de ironie van de dubbele bodem ervan. Er klinkt in door dat er een gegronde reden is dat je weer bij af bent uitgekomen. Een reden die ik moet onderzoeken voor mezelf. Hoe komt het dat ik telkens afsteven op af? Is het gewoon een normale, gezonde cyclus? Ik ben daar eigenlijk wel van overtuigd. Iedereen draagt een afgrond in zich waar een zuigende werking vanuit gaat. Het is je duistere kern. Je afgrond is ook je ultieme toeverlaat.

Ik begin mijn afgrond steeds meer te zien als mijn basis. Het vormt het fundament van mijn wezen. Terug bij af moet je jezelf weer hergroeperen, je weer verenigen met jezelf. Uit je afgrond komen kernvragen. Waar sta ik? Waarom sta ik daar? Waar wil ik staan? Wat wil ík? Waarom wil ik dat? Vragen die eerst heel voorzichtig vanuit mijn onderbewuste omhoog drijven. En als ik me besef dat ik er bewust over nadenk is mijn afgrond dus nabij. Eventjes bekruipt me een gevoel van paniek, maar het ebt snel weg als ik bedenk dat mijn afgrond niet het einde is, maar het begin.

Ruimdenker

In mijn hoofd draaien veel gedachten om elkaar heen. Dat is voor mij normaal. Ik denk heel veel en heel breed. En ik denk holistisch. Uiteindelijk komen gedachten die eerst heel ver uit elkaar leken te liggen, toch bij elkaar. Daar kunnen weken, maanden overheen gaan. Ik ben ruimdenker. Letterlijk. Dus ga ik veel naar buiten, de natuur in. De weidsheid van de weilanden geven mijn gedachten de volle ruimte die ze nodig hebben. Bomen lijken mijn gedachten haast wel te absorberen. Het is alsof ze meedenken. Nee, het is alsof ze mijn gedachten overeind helpen te houden. Ik gebruik hun takken om gedachten aan op te hangen.

De laatste tijd denk ik veel na over mijn vaderschap. Daar rijzen steeds die irrationele twijfels. Mijn jongste zoon (bijna 13) heeft een veel te hoog IQ. Scholen weten daarmee geen raad. Het ventje worstelt met zijn identiteit omdat hij klaarblijkelijk niet past in het model dat de school voorstaat. Een kind moet passen in het systeem in plaats van andersom. Passend onderwijs is een wassen neus, kan ik je zeggen. Mijn jongen kan zich niet aanpassen aan de schoolnorm. Hij kan daar niets aan doen. Het is echt geen dwarsheid, ook al lijkt dat wel zo. Zijn brein krijgt onvoldoende uitdaging en dat leidt tot frustratie. Een te hoog IQ gaat gepaard met een na ijlende emotionele intelligentie, dus die frustratie uit hij niet als een 13-jarige, maar als een veel jonger iemand. Dat zet hem dus nog verder apart. Het doet mij letterlijk pijn om mijn zoon te moeten zien worstelen met zijn identiteit. En ik voel me eigenlijk steeds machtelozer.

Over hoogbegaafdheid heb ik intussen veel gelezen. Ik snap de theorie, maar ik kan me niet verplaatsen in een hoogbegaafde. Ik kan me niet voorstellen hoe het is om een te hoog IQ te hebben. Die “te” is natuurlijk onzin. Die van mij schommelt trouwens tussen de 100 en de 120, wat af hangt van de hoeveelheid daglicht op een dag. Ik ben hooguit hoogbevaagd. Dus ik voel mij als vader van een hoogbegaafde best onzeker. Hij kan me ook af en toe ook best onnozel laten voelen met zijn niet persoonlijk bedoelde sarcastische, intelligente opmerkingen. In mijn hoofd heb ik maar een mantra aan staan: “Blijf zacht, blijf geduldig. Ben er maar gewoon voor hem, want hij heeft je echt nodig”. Niet altijd makkelijk. Hij kan mijn wervelgedachten als geen ander laten opvlammen tot een orkaan zodat ik zomaar van mijn stoel op spring en naar buiten vlieg. Hoge denknood.

Man wat typisch

Wat mij betreft mag iedereen zich “stereotypisch” gedragen. Ook dat is een vrije keuze. Hier had ik laatst een zeer interessant gesprek over met mijn kinderen. Het ging er best fel aan toe. Het scheelde er nog maar net aan of ik werd uitgemaakt voor seksist. Dat kwam omdat ik een soort pleidooi hield voor het mogen benoemen van typisch mannelijk of typisch vrouwelijk gedrag. Vooral het woordje “typisch” schoot mijn slimme kinderen in het verkeerde keelgat. Papa, dat kan écht niet meer. Dat is kwetsend voor homo-, trans- en interseksuelen. Dat moet je respecteren Pap.

Voortaan kon ik “typisch” maar beter vervangen door “gemiddeld”, dat is neutraler. Maar daar ging ik niet in mee, want gemiddeld is echt iets anders als typisch. Een gemiddelde is de som van al het gedrag gedeeld door de groepsgrootte, zoiets. Met een gemiddelde zou maar een klein deel van die groep zich helemaal kunnen identificeren. Een gemiddelde is een ruim zittende, doorsnee jas.

Met een stereotype kan natuurlijk ook niet iedereen zich volledig vereenzelvigen. Maar een stereotype is in mijn beleving wel een jas met een specifieker model. Het is ook geen maatwerk, maar wel meer toegespitst. Toegespitst op een specifieke groep. Eigenlijk zijn het hokjes waarin mensen elkaar plaatsen op basis van waargenomen uiterlijke kenmerken en waargenomen gedragingen. Dat we dit doen is eigenlijk heel typisch, menselijk gedrag. Ik sprak “typisch” in die zin met klem uit. De kinderen keken me meewarig aan. Ik draafde weer eens ongelooflijk door. En ik draag eigenlijk best graag die doorsnee jas. Wel zo veilig. Man, man, man, wat typisch.

Complottheorie…

Goed, de anderhalve meter maatregel is opgeheven. De daarvoor benodigde vaccinatiegraad is bereikt. En je QR-code is je duurzame sleutel tot een leven dat weer zoveel mogelijk voldoet aan het oude normaal. Als je niet bent gevaccineerd moet je je zien te redden met tijdelijke sleutels. Voor hen ligt er een hoge drempel naar dat oude normaal. Dat zie ik niet als discriminatie, hoewel ik wel begrijp dat het zo voelt. Ik zie het als een consequentie. Het volgt uit het beleid dat ervoor zorgt dat we uit de pandemie komen.

Wat ik wel gevaarlijk vind is dat de economische groei een beetje teveel de nadruk heeft bij de bestrijding van de pandemie. Daar komt denk ik een groot deel van het wantrouwen in de politiek uit voort. De mens staat niet centraal genoeg in Den Haag. De toeslagenaffaire is de smoking gun. Het nieuwe kabinet zou er goed aan doen de menselijke maat hoog in het vaandel te nemen.

Maar ik geloof wel in vaccinatie. Door vaccinatie hebben we andere virussen zoals polio en tetanus zeer succesvol bestreden. Een vaccinatieplicht zou ik denk ik niet achter kunnen staan. Ik hou er niet van om geen keuzes te hebben en vind het fijn dat me mijn eigen keuzewijsheid wordt gegund. Waarschijnlijk had een vaccinatieplicht in Nederland daarom tot een veel groter protest geleid. Nu wordt er ook geprotesteerd, maar dat heeft nauwelijks massa en ik denk niet dat het veel momentum zal krijgen.

En de fascinerende complottheorieën over wat de “mogendheden” via de covid-vaccinatie in ons zouden injecteren zijn ontsproten aan de zoemende breinen van ingenieuze creatievelingen. Schrijf een zoveelste episch boek over de apocalyps, zou ik hen willen zeggen. Ik voorzie een best seller. De schrijver zal alleen ondertekende exemplaren willen uitreiken aan pure, QR-codevrije, verzetsstrijders tegen de grote boze vaccinatie-wolven. Nog zo’n genie zal dat vervolgens gaan verfilmen. Ik voorspel een kaskraker en Oscar-nominaties.

Ik ben zelf een broodnuchtere, cynische creatieveling, dus als ik dat boek zou schrijven krijg je een roman waar de satire vanaf druipt. Ik zou het dan denk ik gieten in de vorm van een saga die zich afspeelt in de legendarische Disc World van Terry Prattchet. De wereld is plat, het plot is doortrokken van uit zijn verband getrokken kolder, en de personages zijn karikaturen. Verschilt dan eigenlijk maar weinig van een echte complottheorie…

Reikhalzen

Bij reikhalzen denk ik aan verlangen naar iets dat nog buiten je bereik hangt. Je ziet het, maar je kunt er nog net niet bij. Ik vind het woord “reikhalzen” ontzettend goed passen bij de periode die we momenteel met z’n allen doormaken. Eigenlijk lijken we allemaal vooral reikhalzend uit te zien naar ons oude, vertrouwde normaal. Dat oude normaal dat we zo voor lief namen, hangt nu verlokkelijk boven ons te bungelen.

We moeten ons trouwens ook maar afvragen of er wel sprake kan zijn van één universeel normaal. Ik geloof dat niet. Dat “nieuwe normaal” is ook gewoon maar een eenvoudig te onthouden labeltje dat is geplakt op een set richtlijnen die we nu zouden moeten volgen. Als je het omdraait doe je dus niet normaal als je die richtlijnen niet volgt. En om dat kracht bij te zetten worden we door herhaaldelijke blootstelling aan besmettingscijfers met de neus op de feitelijke gevolgen van abnormaal gedrag gedrukt.

Het “oude normaal” is daarmee verworden tot een labeltje dat is geplakt op een losbandig leven waarin we maar wat als beesten dicht op elkaar leefden en er op los knuffelden terwijl we vrijwel nooit onze handen wasten en daar, als je je netjes gedroeg, constant in hoestten en niesden. Man, wat zie reikhalzend uit naar dat heerlijke oude zwijnenleven.

Roller Coaster? Nee.

Om mijn beleving van 2020 even samen te vatten in een paar steekwoorden:
– Scheiding (formeel)
Nieuw normaal
Anderhalvemeterdaten
– Verhuizen
– Exit Trump, toch?? Toch???
– NL op slot
Abraham komt langs
– O ja, Brexit…
– Bohemian Rhapsody niet op 1
“Roller Coaster” dekt voor mij de lading van dit jaar dus echt niet. Bijlange niet. Ja, misschien met een stuk of honderd duizelende loopings. Klaar met 2020! Ik ben gaar. Nou ja, mals. Want na dit waanzinnige jaar kan ik alles hebben. Kom maar op!

Samenleving

Platgeslagen wordt alles eenvoudiger. Als ik iets wil begrijpen, dan sla ik het goed plat. Platgeslagen is een samenleving precies wat het woord zegt. Leven dat je samen doet. Leven is iets waar we allemaal recht op hebben. In onze samenleving is dat recht voor iedereen even groot. Ik vind dat heel wezenlijk. Daarom begrijp ik niet waarom anderen op dit moment tóch hun eigen recht op leven boven dat van anderen denken te mogen stellen.

Op nogal argeloze wijze wordt maar even besloten dat ze “niet meer meedoen” met die “belachelijke maatregelen” van die malle overheid van ons. Nogal argeloos wordt door die mensen voorbij gegaan aan het recht op leven van andere mensen. Het is ze letterlijk een rotzorg of die mensen in de intensive care belanden. En het is ze een rotzorg dat daarmee ons zorgstelsel, dat er voor ons allemaal is, enorm onder druk komt te staan. Dat is hoe ik dit zie. Ik vind het echt onbegrijpelijk, hoe plat ik dit ook sla. En wordt er nou echt zoveel van ons gevraagd?

Ja, ik vind de sociale isolatie ook niet fijn. Ook ik mis het oude normaal. Ook ik verlang naar innige omhelzingen met mijn lieve medemensen. Maar in vergelijking met de lijdensweg van hen die vreselijk ziek worden na besmetting met het Coronavirus, en letterlijk voor hun leven moeten vechten, vind ik het een zeer draaglijke last. Als ik op die manier meevecht voor het leven van anderen, is het me dat meer dan waard. Niet meedoen is eigenlijk niet eens een optie. Dan zou je moeten emigreren denk ik. Naar een samenleving waarin samen leven niet zo hoog in het vaandel staat. Ik zeg het nog maar een keer: samenleving. Met de nadruk op samenleving.