gedicht

Mijn type

Spreekt bij voorkeur Vlaams, en Spaans na zonsondergang
Fonkelt met ogen, verscholen achter speelse lokken
Beweegt me als de wind het wuivende gras
Verwarmt me als de stralen van de lentezon
Voelt me aan, heeft aan zes woorden genoeg
Ontnuchtert me feilloos met haar eigen wijsheden
Loopt op mooie, blote voeten door het bedauwde gras
Schittert verblindend door ontelbare, mooie facetten
Is echt iemand in het bijzonder, namelijk zichzelf

Eerbetoon

Dit is het beste, meest geweldige gedicht ooit…

Op een dag, lang, lang geleden, stond ik alleen
te liften langs een onmetelijk lange, verlaten weg
en zomaar ineens, schitterde daar een duivels wezen,
midden op de weg…en het sprak deze epische woorden:

Draag nu het beste gedicht ter wereld voor, of je ziel…is mijn!

Dus ik haalde mijn schouders op en zei:

okee

En dit is wat toen spontaan in me op kwam
Het was de bestemming van mijn lot
Dat ik het beste gedicht ter wereld voordroeg:

Kijk maar in mijn ogen, het is duidelijk te zien
Eén en één is twee, en twee maal vijf is tien
Was dit voorbestemd misschien?
Een kans van één op honderduizend zo klein
als in de stralende zon en in heldere maneschijn
de grassprieten aan het groeien zijn

Natuurlijk was de duivel met stomheid geslagen
Swiep-klap deed zijn wapperstaart,
en het monster was er klaar mee.
Het vroeg me knorrend: Zijt gij een Engel?
En ik zei: Nee, ik ben slechts ’n mens.
Hah!

En dit is niet het beste gedicht ter wereld
Dit is slechts een betoon van eer.
Ik kon me het beste gedicht niet meer herinneren, o nee
Dit is een eerbetoon, ja, aan het beste gedicht ter wereld
Okee! Het was het meest geweldige gedicht ter wereld ja!
Okee! Het was het beste fokking gedicht, het meest geweldige gedicht ter wereld. 

En weet je wat het gekke is vrienden?
Dat gedicht dat ik opdroeg op die onheilspellende avond
Klonk in de verste verte niet zoals deze

Dit is echt maar een eerbetoon, geloof me!
En ik wou dat je getuige was, dan waren we het eens
O shit, o goeie God, God Allemachtig
Je zou echt versteld hebben gestaan

Ontmoet

we zouden ‘ns minder moeten zeuren,
minder zeiken en zaniken
we zouden beter moeten weten,
beter vertrouwen op ons verstand
we zouden ‘ns meer moeten geloven,
meer geloven in elkaar
we zouden ‘ns vaker moeten lachen
vaker onbedaard schateren
we zouden ‘ns vaker moeten leven
niet morgen, maar vaker leven in het nu
we zouden ‘ns meer moeten laten
meer laten los gaan, laat maar gaan
ja, we zouden ‘ns minder moeten móeten
ontsnap aan de waan van de dag, ontspan en ontmoet!

Het kaartenhuis

Ons kaartenhuis schudt op haar grondvesten
terwijl de koude wind erom heen giert,
trekkend aan de zwakste kaartjes.
Ze beven en steunen, klagen en kreunen.
Het kaartenhuis staat bijna op instorten.
Maar ach, als het onvermijdelijke dan gebeurt,
vegen we de kaarten allemaal bijelkaar,
wrijven ze weer warm tot ze blozen.
Dan bouwen we het kaartenhuis weer liefdevol op,
geroutineerd, kaartje voor kaartje,
zodat het de maatschappij weer even kan dragen.