smart

Een échte smartfoon

Het moet niet gekker worden: een telefoon met een hartslagsensor. Maar in 1992 vond ik een telefoon waarmee je kon e-mailen ook belachelijk, laat staan eentje dat kan fotograferen en je foto’s automatisch op het internet zet. Toch verzend ik nu minstens 5 e-mails per dag met mijn telefoon en plaats ik natuurlijk dagelijks bloto’s van mezelf in de cloud. En de typefouten in mijn e-mailtjes neemt men maar gewoon voor lief, want dat komt door het priegelige toetsenbordje en mijn te grote handen.

Mijn huidige telefoon is een ding dat nog redelijk in de broekzak van mien spiekerboksem (spijkerbroek, voor de niet-Grunningers) past. Daar zocht ik hem min of meer op uit. Maar voor mijn handen is ‘ie eigenlijk te klein. En na bijna 3 jaar wil z’n accu ook niet meer. Hij moet bij veel telefoneren al halverwege de dag weer aan de lader. Dus ik bestelde argeloos een nieuwe (van de zaak), zonder op de specs te letten: als ‘ie maar groot is en geen iphone is.

En dan lees ik dus net dat het ding een hartslagsensor heeft. Wat kan ik daarmee? Is het om te meten dat ik nog leef? Zodat het automatisch 112 belt als ik lig te sterven? Of is het om te meten wat mijn staat van opwinding is? En hoe weet het dan het verschil tussen boos en hitsig? Misschien heb ik dan nu wel een échte smartfoon, die aan mijn hartslag kan detecteren of ik weemoedig ben, zodat het in een geduldige luisterstand gaat en ik al mijn ellende eraan vertrouwen kan. Wauw, dat moet het zijn. Over 5 jaar vind ik dat vast ook net zo normaal als e-mailen met een telefoon.