Weer

Geselen

Gisteren geselde de regen de straten. Dat is hoe ik het beleefde. Als een geseling. Tegelijk vroeg ik me af: wie zegt er vandaag de dag nog “geselen”? Het is meer een woord dat je schrijft dan uitspreekt. Geselen is een beetje als zwarte peper. Het is een woord dat in spannende verhalen wordt gebruikt om de scene “op smaak” te brengen voor de lezer. Geselen versterkt de beleving van regen. Geselende regen is geen voorjaarsbuitje. Een geselende bui striemt en kwelt.

Stel je een te voet gaande reiziger voor. Zijn pad wordt gegeseld door een niet aflatende regenbui. Diep voorover gebogen klieft hij zich door het noodweer. In de verte lokt de warme gloed van zijn bestemming: herberg “De Gegeselde Reiziger”. Na wat een eeuwigheid lijkt, bereikt de reiziger de herberg alwaar hij zijn doornatte jas bij de kachel te drogen hangt en plaats neemt aan een wiebelende tafel. Het ruikt er naar boenwas en natte hond, maar het is er droog en warm. De potige herbergier komt zijn tafel schoon vegen met een geruite theedoek vol vlekken, en bromt: “Wilt u iets bestellen?” De wandelaar bestudeert even de groezelige menukaart en zegt dan: “Ja, ik had graag de gegeselde uitsmijter met uw beste bier”.

Schaatsen op straat

Nadat ik gisteren, vanwege de ijzel, het grootste deel van de dag thuis stoïcijns achter mijn laptop had zitten werken, besloot ik rond een uurtje of 4 in de middag ook maar eens het ijzige weer te trotseren. Even naar de supermarkt om spekvet te halen voor de geplande bietenstamppot. Ik glibberde met kleine, stijve stapjes over de spekgladde klinkertjes van de straat terwijl er kinderen op de schaats langs me roetsjten.

Na een goeie twintig minuten glibberen en glijden kwam ik bij de Appie. Daar was het nagenoeg uitgestorven. Code Rood maakt blijkbaar indruk. Even later stond ik weer buiten om weer aan de glibbertocht terug naar huis te beginnen. Maar toen herinnerde ik me dat ik bij de Aldi, van die spike-zooltjes had gezien die je onder je schoenen kunt binden. Ik besloot dat dit extreme weer me geen andere keus bood dan het aanschaffen daarvan. En een minuutje of 10 later stapte ik met zekere en “knirspende” (alsof ik voortdurend op een grindpad liep) tred over de glibberigste stukjes Dwingeloo die ik maar kon vinden.

Terug in mijn straat schaatsten mijn kinderen me tegemoet. Hee Papa, waarom knirspen je schoenen zo? En toen liet ik ze zien dat ik gewoon kon rennen zonder uit te glijden. Dat kwam ze goed van pas, want nu mocht ik de slee gaan trekken, liefst zo hard mogelijk.

Pas toen het al wat begon te schemeren drong het ineens tot me door hoe stom het was om me de hele dag op de zolder op te sluiten voor mijn o zo belangrijke werk. Hoe vaak komt het voor dat je op straat kunt schaatsen? De laatste keer dat ik dat deed was 35 jaar geleden. En zo kwam het dat ik even later op mijn trouwe ouwe Vikings een sleetje vol kinderen door de straat sleurde. Wat een pret!

Deze storm werd mede mogelijk gemaakt door…

Het is dus voor een deel Ulla’s schuld dat een groot deel van Engeland blank staat. Willemijn de weervrouw zei even tussen neus en lippen door dat de storm die over GB trok in Duitsland Ulla werd genoemd. En als jij je naam ook op de internationale weerkaart wil hebben, dat dat kan als je daar veel geld voor over hebt.

Ik zag dat dus meteen voor me. En dan natuurlijk ook meteen de wedijver die daaruit ongetwijfeld gaat voortvloeien. Wie is de eerste die een storm claimt? Er zal een heus internationaal storm claimers hall of fame komen met daarop de storm top scores: windsnelheid, neerslagvolume, totale schade (hectares verwoest oerwoud, aantal verwoeste woningen, aantal doden). Uiteraard kunnen claims ook worden verhandeld. En allicht kan de storm-eigenaar advertentie-inkomsten werven: Deze storm werd mede mogelijk gemaakt door Gamma… Over 10 jaar vinden we dat heel normaal.

Het claimen van een storm met potentie kost veel geld, maar ik zie ook een markt voor andere natuurrampen zoals tsunami’s, vulkaanuitbarstingen en natuurlijke bosbranden. De wedijver zit in de plek die je zult krijgen op de natural disaster hall of fame.  En je zou natuurlijk moeten kunnen wedden op de omvang van de schade van de natuurrampen. Er zullen apps komen zodat je altijd en overal, terwijl je de ramp ter plekke ziet ontstaan, je weddenschap kunt plaatsen. En omdat dat nogal macaber is moeten de opbrengsten van die weddenschappen voor een belangrijk deel naar de gevallen slachtoffers gaan.

Ik zie een nieuwe startup. Nu nog een crowd die het wil funden. Wat een gekte, maar over 10 jaar denk ik daar anders over en heb ik er spijt van dat ik toen ik dit schreef de ondernemendheid ontbeerde.

Mijn overtallige regenboog

Jaren geleden (1999) stond ik met mijn oude Yashica FR I (0,0 megapixels) op het juiste moment op de juiste plek. Mijn vrouw en ik hadden ons vanwege de alsmaar aanhoudende regen verschanst in een huisje in Oltjärn (Zweden, bij Hedeviken). Het was rond een uur of 9 in de avond dacht ik, en het regenen hield eindelijk op. De zon kwam plots achter de wolken vandaan en bescheen de wegtrekkende bui. Als afscheidscadeautje kregen wij toen deze prachtige overtallige regenboog voorgeschoteld (zie foto hierboven). En ik stond dus klaar met mijn ouwe camera. Ik had er een polarisatiefilter op gedraaid waardoor ik de regenboog perfect kon vastleggen op de diafilm. 

Later kwam mijn foto via een collega van mijn vrouw in de kringen van de meteorologen en kreeg ik het verzoek of mijn plaatje mocht worden gebruikt voor wetenschappelijke doeleinden. Ik stemde meteen in onder de voorwaarde dat mijn naam erbij werd vermeld. In Duitsland (waar ik toendertijd woonde) werd in het jaar nadat ik de foto had genomen zelfs een boekje over weerverschijnselen uitgebracht waarin mijn foto werd gebruikt. En mijn foto werd gepubliceerd in een Deens meteorologisch vakblad. Van beide kreeg ik een exemplaar, die ik nu ik dit schrijf even nergens meer kan vinden. Ze liggen beslist in een oude doos ergens op zolder, niet ver van mijn oude Yashica.

Ik was mijn regenboog al weer haast vergeten tot ik hem zomaar tegenkwam op Pinterest in een heus virtueel regenbogenmuseum. Mijn regenboog, in een museum! Terwijl ik de virtuele traan wegpinkte bedacht ik me dat dat moment waarop ik vol ontzag dit wondertje van de natuur aanschouwde, dus nu virtueel door de hele wereld kan worden herbeleefd. Toch leuk.

Kletsglad

Van de week waren de klinkerstraten van Dwingeloo hier en daar spekglad van de aangevroren rijp, dus gleed Emiel toen hij samen met papa naar school fietste wel drie keer uit met zijn fietsje. De volgende dag had het geregend maar niet gevroren, en waren de klinkertjes van de straten alleen maar nat. Zegt Emiel tegen mij als we samen naar school fietsen: “papa, pas op dat je niet uitglijdt hoor, want de weg is kletsglad!”

Je begrijpt het, vanaf nu is spekglad vervangen door kletsglad. Dekt veel beter de lading. Meneer van Dale, voegt u het even toe aan uw dikke boek. Bij voorbaat dank.

Solar junky

zonverslaving

Bij ons in de tuin staat een een kerstomatenplant. Daaraan groeien tomaatjes zo zoet als aardbeien, want nergens schijnt het zonnetje zo goed als boven onze tuin. Er gaat niets boven fruit uit eigen tuin, toch? Ik heb er wel een soort obsessie mee gekregen, met de zon. Het is het soort obsessie dat mij regelmatig naar sites als buienradar.nl en weergegevens.nl doet surfen. Ik móet namelijk weten hoeveel zon ik op ons dak mag verwachten. Ook kijk ik vergenoegd of verbitterd terug in de tijd op grafiekjes die me laten zien hoeveel zon ons dak heeft bereikt. Ik ben een solar junky.

Met de grafiekjes van hierboven ben ik gematigd vergenoegd. Met name 5 september is er eentje voor boven de schoorsteenmantel (die ik niet heb) of op een T-shirt. Ik ben er gek genoeg voor. De oranje grafiek toont het percentage zon dat is gemeten in het weerstation in Hoogeveen. Daar woon ik niet ver vandaan. De blauwe grafiek toont hoeveel watt vermogen de tien zonnepanelen die op ons dak liggen produceren. Je ziet het: veel zon is veel vermogen.

5 september leverde een lekkere, vette 14,15 kWh op. Heerlijke groene stroom, van eigen dak kwam op die dag uit onze stopcontacten. Het tosti-ijzer maakte de tosti’s extra goudgeel, en de cola uit de koelkast was extra verfrissend. Voor de rest stroomt die lekkere stroom vooral naar buiten het energienet in zodat de buren opeens ook dachten van “goh, wat een lekker, krachtig bakkie koffie komt er vandaag uit de senseo!”, of “goh, wat heeft de grasmaaier er zin in vandaag zeg!”.

Maar de  komende dagen worden zo te zien minder zonnig.  De onderstaande voorspelling maakt me al bij voorbaat somber. Sorry buren, de koffie zal wat minder lekker zijn vrees ik.  Maar ach, in de regen kun je toch geen gras maaien en tomaten hebben ook water nodig. Bovendien worden de zonnepanelen met een lekkere bui ook weer mooi schoon, zodat ze bij de volgende zonnige dag weer lekkere frisse stroom maken kunnen.

zonverwachting

 

Otto’s stemmingmakerij

Otto de Magiër staat midden op de hei. Zijn grote, blote voeten een eindje uit elkaar in het natte veen. Armen naast zijn lichaam, vingers gespreid. Zijn ogen zijn gesloten en zijn gezicht is ontspannen. Hij stond daar al voor de zon op kwam. Hij staat er al uren. Om hem heen is het heel stil. Zelfs de wind die hier altijd staat is gaan liggen. Otto heeft zijn plaats in genomen lijkt het wel. En dat is dan ook precies wat hij heeft gedaan. Otto is de wind. De wind die door Nederland waait. Behalve op dat plekje op de hei.

De wind waait kriskras door het hele land. Plagerig schudt hij haren in de war en blaast hij toupetjes in de lucht. Hij ruist door het gewas en giert over de daken. Hij laat de populieren buigen en maakt schuimkoppen op het water. Otto is in zijn element. Dan ziet hij beneden op straat, in een drukke stad een klein mannetje lopen met golvende witte lokken. Professionele body guards om hem heen. Otto gaat er onbevreesd op af. Onderweg verzamelt hij zand en bladeren. Hij begint te draaien. Steeds sneller en sneller. Het mannetje met de witte lokken kijkt nu argwanend in zijn richting. Hij likt nerveus aan zijn bovenlip. 

Op de hei balt Otto zijn vuisten. Het kleine mannetje duikt angstig ineen achter zijn body guards. Een woeste, wervelende kolom van zand en bladeren raast op het groepje af. De body guards gaan dichter om het kleine mannetje staan. Otto giert om hen heen. Steeds harder en harder. Het groepje is helemaal verdwenen in zijn onstuimige wervelwind. Het geraas is oorverdovend. De body guards staan ineengedoken met hun armen voor hun gezicht. En dan is het plotseling afgelopen. De body guards wrijven het zand uit hun ogen en slaan de bladeren van hun kleren. Het kleine blonde mannetje ligt op de grond, zijn armen stijf om zijn opgetrokken knieën heen.

Door het hele land kijken honderdduizenden mensen ineens verdwaasd naar het rode potlood dat ze in hun hand hebben. Het lijkt wel alsof ze uit een droom zijn opgeschrikt. De punt van het potlood zweeft boven het stembiljet. Vertwijfeld wrijven ze door hun haren en schudden ze hun hoofd. Er valt zand op het stembiljet. En dan, in een moment van absolute helderheid, kleuren ze toch een ander vakje rood.

 

Mooi Weer Partij

Nu wisten we al dat er politieke geluiden opgegaan zijn over de verpakking van de weersvoorspellingen. Die verpakkingen moeten prettiger. Het weerbericht moet positiever. Ik vind dat dus al dikke stierenpoep. Maar toen ik las over die protestmars in Amsterdam tegen het slechte weer, brak mijn klomp. Ze eisen nota bene betere weersomstandigheden. Het moet toch niet gekker worden? Alsof weersomstandigheden beïnvloedbaar en onderhandelbaar zijn. Wat een mafkezen!

Het is dus alleen nog een kwestie van tijd voor zo’n mafkees de Mooi Weer Partij opricht. Ik zie het al helemaal voor me. De partijkleur is geel met een zonnetje als logo. Op het programma staan belachelijke zaken zoals het instellen van een wettelijke maximale neerslagnorm waarbij gemeenten die niet onder die norm blijven een boete krijgen, of een nationaal verbod op het bezit van paraplu’s en andere vormen van weerpessimisme. En zonnestudio’s moeten natuurlijk gratis worden en emigratie naar warme landen moet binnen ieders handbereik komen. Een enorme berg stierenpoep dus. Maar mafkezen te over in dit land, dus die partij maakt nog een goeie kans op zetels ook. Zucht.

Aanstaande zaterdag is de protestmars. Ik kan niet wachten tot de krantenkoppen van maandag, als het eindelijk zomerweer is: “Protestactie tegen slecht weer bijzonder succesvol!”. Laat me alsjeblieft niet lachen.

IJs voor de Koorts der Koortsen

De koorts der koortsen is weer uitgebroken, en het is blijkbaar besmettelijk. De koorts wordt verspreid via internet, kranten, radio en televisie. Maar weinigen zijn er tegen opgewassen. Het maakt niet uit hoe nuchter je bent, de koorts laat je niet koud. De strenge vorst stijgt ons naar het hoofd en maakt dat we hunkeren naar ouderwetse, oer-Hollandse taferelen. De Koorts vinden we eigenlijk best cool.

En hoezo Euro-crisis? De dikte en kwaliteit van het Friese ijs zijn nu veel belangrijker. Als er al ergens de crisis over is losgebarsten is het over het wel of niet ingeloot zijn voor deelname aan de Elfstedentocht. Koortsachtig poetst half Friesland het ijs op de route van de Tocht der Tochten schoon en wordt met blote nagels het aangekoekte sneeuw van het ijs gekrabd. De rest van Nederland ziet het machteloos aan vanaf hun banken en hangt aan de lippen van Gerrit Hiemstra voor hoopgevende ijsstatistieken. We snakken naar die Elfstedentocht, maar het ijs is nog te zwak. Het is ijscrisis!

Maar u bent niet machteloos! U kunt Nederland helpen aan de Elfstedentocht die het zo bitter nodig heeft. Er is een ijsinzamelingsactie gestart voor het verstevigen van de zwakke plekken en het dichten van de wakken. Zet daarom vanavond al het ijs op de stoep dat u kunt missen, zoals ijspegels, uitgebikte tuinvijvers, bevroren waterleidingen, ijsklontjes (maakt niet uit of ze al gebruikt zijn in de bacardi, whisky, vodka, bayley’s) of wat dan ook als het maar ijs is. Alle ijs is welkom: ijs voor de Koorts de Koortsen.